In de rubriek: 'De favoriete Ajax-elf van' gaan we met oud-spelers op zoek naar het favoriete elftal gevuld met Ajacieden. Dit doen we in een 4-3-3-formatie. In de 1e afleveringen kwamen Ronald de Boer en Hedwiges Maduro al aan bod.
“Voordat ik de opstelling ga toelichten, wil ik eerst even benoemen dat Ronald Koeman de coach
van het team is. Later zal ik uitleggen waarom, maar hij was en is echt een heel belangrijk persoon voor mij. Ik geef hem waarschijnlijk wel een soort discoteam-opstelling, want ik ga lekker offensief spelen.”
Keeper
“Hier kies ik uiteraard voor Bogdan Lobont. Hij gaf de achterste linie zoveel zelfvertrouwen, dat was enorm belangrijk. Verder was hij heel lichtvoetig en ongelooflijk snel. Zijn uitstraling was ook een wapen, er stond echt iemand in de goal. Hij was constant aan het schreeuwen en de verdediging aan het
neerzetten. Echt een ‘character.”
“Ook buiten het veld was Bogdan een brok energie. Hij zorgde voor inspiratie binnen de ploeg.”
Rechtsback
“Ik moest meteen aan Hatem Trabelsi denken, hij was ongelooflijk goed. Hatem had een perfecte
timing, wist precies wanneer hij naar voren kon gaan en was dan ook razendsnel weer terug. Hij was echt een (extra) offensief wapen. Hij had een waanzinnig uithoudingsvermogen. Niet normaal. Een soort machine leek hij soms wel.”
“Naast het veld was Hatem heel bescheiden en rustig, maar hij kon ook heel grappig zijn. We genoten van elkaars kwaliteiten en de jaren dat we samenspeelden waren echt fantastisch.”
Rechter centrale verdediger
“Ik twijfelde tussen John Heitinga en Nigel de Jong. Maar ik ga vanuit voetballend perspectief voor Nigel. Hij kon in principe echt overal spelen. Hij had zoveel kennis van het spelletje, dat hij precies wist wanneer hij kon inschuiven. Daarnaast had hij snelheid, techniek en kon hij ook nog eens agressief
verdedigen.”
“Nigel was nog jong toen hij bij de selectie kwam en stelde zich bescheiden en rustig op. Toch straalde hij direct leiderschap uit en groeide heel snel uit tot een fantastische speler. Ook buiten het veld was hij een leider en een ontzettend aardige jongen bovendien.”
Linker centrale verdediger
“Naast Nigel stel ik natuurlijk Cristian Chivu op, direct ook mijn aanvoerder. Hij is echt de beste
centrale verdediger met wie ik ooit in een team heb gezeten. Hij had zulke fantastische kwaliteiten, ongekend! Op jonge leeftijd was hij al een echte leider. Hij heeft me ontzettend geholpen en ook veel zelfvertrouwen gegeven. Hij ging vaak met me zitten om te vertellen hoe het opbouwen werkte en hoe ik het spel kon maken.”
“Buiten het veld, maar ook binnen de lijnen hadden wij een geweldige klik. Cristian was zó slim. Daarnaast had hij een heel goede techniek, kon hij hoog springen en was hij waanzinnig goed in anticiperen. Hij gaf het team zelfvertrouwen: met hem samenspelen was echt fantastisch.”
Linksback
“Van jullie moest ik mezelf opstellen, dat zou ik anders nooit doen. Ik vind het echt verschrikkelijk om over mezelf te praten, dus vraag maar raak. Mijn favoriete herinnering? Zo, dat is echt moeilijk. Ik heb alleen maar mooie herinneringen aan mijn tijd bij Ajax.”
“Als jonge speler kwam ik vanuit Brazilië naar Nederland. Ik kan me nog herinneren hoezeer ik onder de indruk was van het stadion. Ik weet nog goed dat ik van Adriaanse en Koeman leerde het juiste moment te kiezen. Als jonge Braziliaan wilde ik constant aanvallend spelen, zeker in die tijd. Ik leerde het spel op een tactische wijze te begrijpen, vooral via de hulp van Koeman.”
“Ik heb altijd een goede band gehouden met Koeman. Ik heb hem laatst nog een berichtje gestuurd nadat ik het nieuws had gelezen wat er met hem aan de hand was. We hebben altijd veel contact gehad, ook in de periode dat ik twijfelde om te stoppen. Ik belde Ronald en vroeg: ‘Wat zal ik doen?’ Hij vertelde me dat ik niet moest vergeten dat het leukste aan voetbal het zelf spelen is. ‘Je moet niet stoppen als je denkt dat je nog door kunt gaan’, zei hij.”
“Mede door hem won ik uiteindelijk de prijzen voor beste speler van Ajax en de Eredivisie. Als ik thuis naar die prijzen kijk, ben ik nog steeds super trots. Dat waren echt mijn hoogtepunten in Nederland. Al moet ik eerlijk zeggen dat ik ze aan Zlatan te danken heb, hoor. Hij werd geopereerd en kon dus een tijd niet meespelen. Anders had hij ze gewonnen!”
“Die prijzen waren echt een blessing. Ik was in die periode heel erg bezig met leren en wilde dat mijn ouders trots op me zouden zijn. Zij hebben me geleerd dankbaar te zijn en door hun opvoeding ben ik altijd met beide benen op de grond blijven staan. Hoe je met mensen omgaat is belangrijker dan voetbal. Soms gaat dat nog wel eens fout in het leven van topvoetballers.”
Linkshalf
“Ik waarschuwde je van tevoren al: dit gaat een ongebalanceerde opstelling worden. Als middenvelders kies ik voor een ‘verdedigend’ blok van 2 met Wesley Sneijder en Rafael van der Vaart."
“Sneijder was echt zo goed, een complete speler die alles beheerste. Hij kon met beide benen passen, was heel dynamisch en wist precies waar de ruimte lag. Daarnaast had hij scorend vermogen en toonde hij in grote wedstrijden leiderschap door het team bij de hand te nemen. Daarnaast was hij ook heel grappig in de kleedkamer. Helaas heb ik later in mijn carrière nog vaak tegen hem moeten spelen. Dat was echt niet leuk, zeker die halve finale van de Champions League die we in 2009 met Barcelona verloren van Inter. Wesley speelde allebei de wedstrijden weergaloos.”
Rechtshalf
“Ik twijfelde nog of ik Tomas Galásek zou opstellen, want hij was ook heel goed. Een heel bescheiden leider, iemand die voor iedere bal vocht. Een echte teamspeler. Maar ik kies voor Van der Vaart, want ik ga offensief spelen. Rafael’s bekendheid explodeerde toen ik met hem speelde. Hij was technisch enorm sterk en had een fantastisch linkerbeen. Daar kon hij werkelijk alles mee. Ik hoef verder niets over hem te zeggen: iedereen weet hoe goed hij was.”
Aanvallende middenvelder
“Op 10, dus voor Rafael en Wesley, zet ik Jari Litmanen neer. Ik kan me nog goed herinneren dat ik met hem mocht trainen, je kon meteen zien waarom hij zo’n legende was. Het was alleen jammer dat hij vaak geblesseerd was. Hij had een fantastische pass en een geweldig inzicht. Een heel intelligente speler.”
“Buiten het veld was hij ook heel aardig. Het was echt een eer met hem te mogen spelen, praten en van alles van hem te mogen leren.”
Rechtsbuiten
“Op deze plek zet ik Andy van der Meijde. Hij had een geweldige voorzet in de benen. Andy kon ook heel makkelijk scoren en had ontzettend veel balgevoel. Hatem en Andy waren echt krachtig samen op de rechterkant, niet normaal. Daarnaast was hij ook zo aardig buiten het veld, iedereen in Nederland kent hem natuurlijk wel. Het was een genot om met hem in een team te spelen.”
Spits
“Dat kan er natuurlijk maar eentje zijn: Zlatan Ibrahimovic. Hij was en is echt een legende
voor mij. Ik ben heel blij dat we samen ook bij andere clubs samen hebben mogen spelen, daardoor hebben we echt een hechte band gekregen. Hij voelt voor mij als een broer, ik noem hem ook altijd familie. We deden bij Ajax buiten het veld zoveel dingen samen, bijna alles.”
“Om terug te komen op zijn kwaliteiten, die kent iedereen wel. Hij was op jonge leeftijd al zo goed en compleet. Hij wilde altijd winnen en de beste zijn. Zelfs na trainingen daagden we elkaar soms uit met duels. Zlatan was al vroeg een echte vechter, iemand die wist wat hij wilde en daar werkte hij ontzettend hard voor.”
“Net als met Sneijder heb ik ook vaak tegen Zlatan moeten spelen. Hetzelfde geldt voor jongens als Van der Vaart, Lobont, Chivu. Dat was altijd speciaal. Bij Ajax speelden toen veel jonge, goede spelers. Het was niet onlogisch dat je elkaar later in het buitenland weer tegenkwam.”
Linksbuiten
“Dat wordt Steven Pienaar. Hij had de longen van een paard. Daarom kies ik ook voor hem, want hij hielp me met verdedigen en dan had ik meer tijd en ruimte om aan te vallen, haha. Maar hij had ongelooflijke kwaliteiten. Steven was enorm technisch, wist precies waar de ruimte lag en had een geweldig oog voor de laatste pass. Hij was ook heel aardig en bescheiden buiten het veld.”
“Er waren natuurlijk andere spelers die ik had kunnen kiezen, maar Steven was voor mij echt heel fijn als teamspeler.”
Eervolle vermelding
“Met wie ik het ook heel goed kon vinden, en nog steeds, was Yannis Anastasiou. We hebben een heel hechte band en spreken elkaar nog veel. Hij heeft me zoveel dingen geleerd en dat doet hij nog steeds. Een echte vriend. In mijn Ajax-periode kon ik het overigens met veel jongens goed vinden, we hadden een getalenteerde groep. Van die tijd heb ik zoveel geleerd: het was echt de basis voor mijn verdere carrière.”
“Of ik ooit terug zou willen keren? Als de deur open zou gaan vanuit Ajax, dus als ze mij vragen, dan doe ik mijn ogen dicht en stap ik zonder te twijfelen binnen. Ik hou echt van de club. Het zou een eer zijn als ik terug zou kunnen komen. Amsterdam is natuurlijk ook een fantastische stad om te wonen.”
Tekst en beeld: Ajax.nlLees ook: De favoriete elf van Hedwiges Maduro