Donderdag presenteren Ajax en zijn boekenpartner Kick uitgevers het boek Rood en Wit wordt kampioen. In het rijk geïllustreerde boek (192 pagina’s) komen alle 33 landstitels van Ajax vanaf 1918 uitgebreid aan bod. Datzelfde geldt voor veel Ajacieden die de club aan veel successen hielpen. Deze dinsdag alvast een (verkorte) voorpublicatie uit Rood en Wit wordt kampioen: het interview met Piet van der Kuil.
Rood en Wit wordt kampioen
Vanaf het seizoen 1955-1956 speelt Piet van der Kuil 4 competities voor Ajax. Hij is een kleine, klassieke buitenspeler, die anderen laat scoren en zelf ook gemakkelijk een goal maakt. Zijn tweebenigheid stelt hem in staat zowel op rechts - meestal - als op links te spelen. Het semi-profvoetbal staat in Nederland nog in de kinderschoenen en bij Ajax wordt het grote geld nog lang niet verdiend. Streetwise als hij is, heeft Pietje daar een oplossing voor bedacht. Hij zet een paar handeltjes op en dat levert hem meer geld op dan het karige contract bij Ajax.
In het clubblad van Ajax krijgt hij advertentieruimte om zijn handel in verse vis te promotenHij maakt zijn populariteit te gelde en gebruikt hiervoor onder meer het clubblad van Ajax. In dat blad krijgt hij advertentieruimte om zijn handel in verse vis te promoten. ,,Ik had nog geen auto in die tijd, ook al was ik al lang international. Ik reed elk dag op mijn brommertje op en neer tussen Velsen en Amsterdam. Op die brommer had ik een houten kistje gemonteerd en in dat kistje lag de verse vis die ik in IJmuiden op de visafslag haalde. Daarmee reed ik na de trainingen mijn vaste route door Amsterdam. Heel wat spelers en hun families waren klanten.''
,,Aan het eind van de rit leverde ik altijd mijn laatste visjes af mij Manus en Nel, de ouders van Johan Cruijff. Als junior zat Johan al bij ons in de kleedkamer. Hij poetste de schoenen van de spelers en daar kreeg hij dan een paar centen voor. Hoe klein en hoe iel Jopie ook was, je zag meteen aan hem dat hij een bijzonder talent was. Ik ging op Voorland vaak kijken naar de juniorenwedstrijdjes en het was ongelooflijk om te zien hoe handig Johan toen al met de bal was. Dat zag ook trainer Karl Humenberger, die trouwens ook een klant van me was. Hij woonde met zijn vrouw in een klein huisje in het stadion. Voor Karl en Mutti Humenberger legde ik de vis in het kolenhok.''
Op zeker moment ziet doelman Eddy Pieters Graafland dat dit best een lucratieve handel isPiet verdient niet alleen met de verkoop van verse vis zijn geld in de Ajax-periode. In de Jodenbreestraat is hij kind aan huis bij Max Smeer, handelaar in confectiepakken. Het leidt er toe dat Piet de pakken van Smeer vanuit zijn huisje aan de IJmuiderstraatweg mag verkopen. Op zeker moment ziet een teamgenoot bij Ajax, doelman Eddy Pieters Graafland, dat dit best een lucratieve handel is.
,,Eddy komt naar mij toe en hij zegt: “Piet, dit moeten we samen gaan doen.” Ik vond het best. Nou, wij samen pakken verkopen. Eddy deed vooral de boekhouding. Maar de aardigheid ging er af, want de verkoop ging altijd op de pof. Mijn moeder zorgde ervoor dat er werd betaald door de klanten. Dat was op den duur geen doen meer voor haar. Ze had er aan het eind bijna een dagtaak aan om het geld binnen te halen, dat konden we haar niet meer aandoen.''
Twee keer wordt 40-voudig international Piet van der Kuil landskampioen. In zijn laatste jaar bij PSV, het seizoen 1962-1963, en zes jaar eerder bij Ajax. Het is geen flitsend elftal, het Ajax van de jaargang 1956-1957. Er wordt zuinig gevoetbald, maar na een moeizame start wordt in het tweede deel van de competitie wel vrijwel voortdurend met het kleinst mogelijke verschil gewonnen en dat is goed voor het eerste kampioenschap in de Eredivisie.
,,Je zou kunnen zeggen dat Karl Humenberger zijn tijd vooruit was. Hij was altijd bezig met systemen, maar hij keek wel altijd eerst achterom. Met Loek den Edel hadden we een zeer snelle aanvaller en daar kon je aardig mee op de counter spelen, al noemde niemand dat zo in die tijd. Met Willy Schmidt hadden we verder een technisch knappe linksbuiten. Hij had een prachtige schaarbeweging.''
,,Schmidt was echt een fijne voetballer, hij kwam van Eindhoven, maar het publiek was niet zo weg van ‘m. Ik heb nooit begrepen waarom dat zo was, maar hij viel gewoon niet zo goed. Aan zijn kwaliteiten als voetballer lag dat zeker niet. Willy Schmidt was binnen de groep wel een beetje aparte jongen. Hij ging zijn eigen gangetje en plaatste zichzelf eigenlijk buiten de groep. We hadden een aardig elftal, maar geen spectaculair elftal. Ik geloof dat we wel twaalf keer met 1 doelpunt verschil wonnen. Humenberger verdiepte zich wel in de systemen, maar eigenlijk was hij een erg defensief denkende trainer. Nou ja, hij werd er dus wel landskampioen mee.''
Van der Kuil moest erg lachen om de hulptrainer Rinus MichelsTijdens het seizoen 1957-1958 nam de voetballer Rinus Michels afscheid. Een versleten rug maakte het hem onmogelijk door te gaan. Trainer Karl Humenberger zette hem vervolgens als assistent-trainer in, maar dat werk nam Michels niet serieus. Van der Kuil vond Michels als speler 'een nogal stugge jongen, al kon hij wel goed zingen', maar als hulptrainer moest hij erg om hem lachen.
,,Hij deed maar wat. Moesten we ineens allemaal met onze handen in de lucht gaan wapperen. Stak Rinus een vinger op, dan moesten wij diezelfde vinger heen en weer bewegen. “Alle vingers los mannen. Dat is overal goed voor”, zei hij dan. Het sloeg natuurlijk nergens op. Als ik dat vergelijk met de manier waarop hij later als hoofdtrainer werkte - dat was nogal een verschil.''
Rood en Wit wordt kampioen is een coproductie van Ajax en boekenpartner Kick uitgevers Auteurs: Jaap Visser, Matty Verkamman Pagina’s: 192 Prijs: € 29,95 Formaat: 30 x 30 cm ISBN: 978-94-915-5532-9Rood en Wit wordt kampioen
Tekst: Ajax.nl/Matty Verkamman Beelden: Erfgoed Ajax