1995 I Toen Ajax in een uniek 'De Meer-shirt' tegen PSV speelde

1995-i-toen-ajax-in-een-uniek-de-meer-shirt-tegen-psv-speelde
1995-i-toen-ajax-in-een-uniek-de-meer-shirt-tegen-psv-speelde

Als Blind het shirt krijgt overhandigd, komen de herinneringen eraan weer terug. In de witte banen ziet hij de namen van Ajax-iconen, waaronder die van hemzelf. In de rode baan staan de contouren van het stadion afgebeeld. Hoog op de borst prijkt een embleem met ‘De Meer 1934’ erin gedrukt. Blind had een hechte band met het stadion en de supporters in de Watergraafsmeer.

Socials

Toch was die liefde na zijn eerste kennismaking met De Meer niet geheel wederzijds, herinnert hij zich met een glimlach. ‘'Mijn eerste herinnering aan De Meer was een wedstrijd die ik er als speler van Sparta speelde in het begin van de jaren ‘80. Johan Cruijff was net terug bij Ajax. We speelden 1-1 en in de 90e minuut scoorde uitgerekend ik de gelijkmaker.’'

'‘De Meer hoorde onomstotelijk bij Ajax, er lag een geweldig veld en het publiek zat er bovenop. Als tegenstander wist je dat ook. Toen Ruud van Nistelrooy mijn assistent was bij het Nederlands elftal, vertelde hij eens dat als hij met FC Den Bosch voor De Meer de bus uitstapte, hij door alle opmerkingen van mensen die daar stonden, al met 1-0 achterstond. Zo heftig herinner ik het mezelf nou ook weer niet, maar in de regel was het wel zo dat zodra je De Meer binnenstapte je wist dat je geen lekker middagje tegemoet ging.’'

Toch heeft hij er de sfeer als Spartaan nooit als onaangenaam of intimiderend ervaren. '‘De F-side herinner ik me toen ook als heel ludiek, met humoristische spreekkoren en spandoeken. Het was natuurlijk ook Ajax an sich dat imponeerde. De Meer was ook geen Bernabéu, in de zin dat het ontzettend groots en indrukwekkend was.’'

Het getik op de tegeltjes
In juli 1986 kwam Blind zelf naar Ajax. Aan De Meer hechtte hij zich snel. '‘In de periode voordat ik er was, zat er tegen iets mindere tegenstanders soms maar een man of 10.000. Ik had het geluk dat het in mijn tijd weer aantrok en we voor een vol stadion speelden. En een volle Meer, dat zit er dicht op. Daarin hoor je als speler bijna alles vanaf de tribunes. Het was zo eigen, echt een home.’'

‘'Waar die band met het stadion verder in zit, is haast niet uit te leggen. Het zit ‘m eigenlijk in hele kleine dingetjes. Ik denk dan bijvoorbeeld aan het lopen door de gang van de kleedkamer naar het veld. Daar lagen stenen tegeltjes, waar je met je afschroefbare ijzeren noppen overheen ging. Dat klik-klak, dat gevoel…dan kun je denken ‘wat stelt dat nou voor’, maar dat waren voor mij speciale momenten.’'

De Meer was voor Blind veel meer dan alleen de 90 minuten voetbal in het weekend. ‘'Alles was er toen zo compact, iedereen binnen Ajax zat bij elkaar. Daardoor kende je ook iedereen binnen de club. Van de verzorgers en de materiaalmannen tot Tante Sien en Joan in het spelershome. Dat was ontzettend familiair.’'

De overgang naar de ArenA
Toch koos Ajax ervoor om de Watergraafsmeer te verlaten. Het enthousiasme over de aanstaande verhuizing vormde een rode draad door het seizoen 1995/1996. En hoe jammer aanvoerder Blind het destijds ook vond De Meer achter te moeten laten, voor de overstap naar de ArenA had hij begrip. ‘'Wij waren op dat moment de beste van Europa. Als wat oudere speler begreep ik ook goed dat als we als club door wilden groeien, we onze mogelijkheden moesten verruimen. Het bestuur deed dat seizoen ook echt zijn best om ons in de veranderingen mee te nemen, door ons met een helm op de stellages op te laten gaan.’'

Maar de overstap bleek een stuk taaier en moeizamer te verlopen dan gedacht. ‘'Ajax probeerde dat thuisgevoel van De Meer mee te nemen door ons naast de ArenA te laten trainen. Maar natuurlijk was het anders. Een wandeling langs ‘de kantoortjes’ naar het trainingsveld bij De Meer of lopen over het VIP-dek bij de ArenA met windkracht 8 over de boulevard naar het trainingsveld. Maar buiten dat soort dingen, denk ik dat dat ‘mindere’ beeld dat er nu bij die eerste jaren in de ArenA bestaat, in grote mate bepaald wordt doordat er even minder successen waren op voetbalgebied.’'

Worstelen met Ronaldo
Ajax droeg het ‘De Meer-shirt’ opvallend genoeg in het Olympisch Stadion. PSV was er de tegenstander en had lang geen misselijk elftal. Vooral voorin liep het team van Dick Advocaat over van kwaliteit; Luc Nilis en Ronaldo stonden samen in de spits. "Ronaldo was een fenomeen. Maar we waren wel wat gewend. Een paar jaar daarvoor speelde Romario bij PSV. Dat was ook geen koekenbakker.’'

Het Ajax van Louis van Gaal paste zich aan niemand aan, ook niet aan het duo Nilis en Ronaldo. ‘'Wij speelden voor 99 procent ons eigen spel. Tegen 2 spitsen pakten de backs Winston Bogarde en Michael Reiziger de spitsen op en verdedigden Frank de Boer en ik voor elkaar in het centrum. Wij pasten ons echt zelden aan de tegenstander aan.’'

Hoewel Ajax Ronaldo op die manier aardig in toom houdt, gaat het toch mis. In de 30e minuut ontsnapt de Braziliaan heel even aan de aandacht van Reiziger. Eén kans is meteen genoeg. Met een hard schot passeert hij doelman Edwin van der Sar. Nwankwo Kanu maakt de achterstand met een kopgoal weer goed. De 1-1 is uiteindelijk in het voordeel van de Amsterdammers, die hun voorsprong van 5 punten op PSV behouden.

Vijfentwintig jaar later speelt Ajax zondagmiddag in een volle Johan Cruijff ArenA tegen PSV. Het getik op de tegeltjes, de wandeling langs de kantoortjes naar het trainingsveld en het spelershome met Tante Sien komen nooit meer terug, weet ook Blind. Maar ook de ArenA is inmiddels een thuis geworden. '‘Het heeft lang geduurd, maar op een gegeven moment is er een omslagpunt gekomen. Als je nu met mensen over de Johan Cruijff ArenA praat, voel je dat het thuisgevoel optimaal is geworden.'’

Lees ook: Ten Hag: 'Groen licht voor Daley Blind.'
Bekijk ook:
Ten Hag: 'Herstel Neres valt tegen.'

Tekst: Ajax.nl/Bas de Wit
Beeld: Ajax.nl/Jasper Ruhé

Socials