In de rubriek: 'De favoriete Ajax-elf van' gaan we met oud-Ajacieden op zoek naar het favoriete elftal gevuld met Ajacieden. Dit doen we in een 4-3-3-formatie. De aftrap is - precies 25 jaar na de legendarische zege van Ajax op Bayern München - met Ronald de Boer.
Keeper:
“Op doel kies ik uiteraard voor Edwin van der Sar, een exceptionele keeper. Hij deed nooit dwaze
dingen, bleef altijd heel erg rustig. Dat hij op doel stond zorgde binnen het team voor rust, je wist dat je op hem kon rekenen. Ik zeg vaak dat linksbuitens en keepers een beetje gestoord zijn. Edwin is echt een uitzondering op die regel. Hij had geen rituelen, bleef altijd nuchter zijn werk doen, namelijk
ballen stoppen.”
Rechtsback:
“Op deze positie kies ik voor Michael Reiziger, omdat hij voor mijn spel erg belangrijk was. Louis van Gaal vroeg voor wedstrijden wel eens aan mij: ‘Je loopt wel mee terug toch?’ Vaak reageerde ik dan gekscherend; ‘Natuurlijk’. Hierin was de communicatie tussen Michael en mij erg belangrijk. Hij kon er bij het overnemen van tegenstanders van tevoren al rekening mee houden, want dan riep ik: ‘Mike, komt -ie!'
“Communiceren in het voetbal is het allerbelangrijkste. Wij konden lezen en schrijven met
elkaar. Daarnaast was Michael een hele goede verdediger. Hij had snelheid, kon goed verdedigen en maakte nooit domme overtredingen. Hij was altijd bedachtzaam. Het was heel erg fijn om met hem samen te spelen.”
Centrale verdediger:
“Als 1 van de centrale verdedigers kies ik Frank Rijkaard. Hij heeft met zijn terugkeer bij
Ajax zoveel betekend voor onze successen. Er zijn natuurlijk veel spelers die na hun internationale avonturen terugkeren bij Ajax, en dat is vaak een beetje behelpen."
"Maar bij Frank was daar geen sprake van. Hij was fysiek zo onwijs sterk en bracht veel kwaliteit met zich mee. Als je zag wat hij met zijn kwaliteiten en charisma teweegbracht, dat was indrukwekkend. Er stond echt een persoonlijkheid op het veld.”
Centrale verdediger:
“Voor de plek naast Frank Rijkaard moet ik meteen aan Danny Blind denken. Net als zijn zoon Daley was hij niet de allersnelste, maar dat maakte door zijn intelligentie niets uit. Hij kon het spel lezen als geen ander. Daarnaast was hij ook heel goed aan de bal en een geweldige aanvoerder.”
“Zijn omschakeling was echt fenomenaal, ik heb nog nooit zo vaak een verdediger in de vijandelijke 16-meter zien komen. Niet normaal. Danny had echt de bereidheid om het de tegenstander zo lastig mogelijk te maken, waardoor het de tegenpartij vaak echt pijn deed. Ik moet zeggen dat ik best wat herken in het spel van zijn zoon. De rust bewaren, het inzicht en weten wanneer én waar er ruimte ligt.”
“Over Edgar Davids zeg ik altijd dat je zo’n type speler nodig hebt in je team."Linksback:
“Daar stel ik uiteraard mijn broer Frank op. Hij had van achteruit een van de beste passes in Nederland in die tijd. Hoe vaak hij wel niet Bryan Roy of Marc Overmars wegstuurde…dat was niet normaal. Hij legde met een ogenschijnlijk simpele pass de bal zo over laatste linie neer. Daar kun je genoeg beelden van terugkijken. Hij had echt een waanzinnige pass in zijn benen.”
“In een voetballende ploeg wil je spelers zoals Frank hebben die durven in te spelen en weten welke kanten vrij zijn, ondanks de druk. Daarnaast beschikte hij over andere fantastische wapens, zoals zijn kopbal en een geweldige vrije trap.”
Linkshalf:
“Over Edgar Davids zeg ik altijd dat je zo’n type speler nodig hebt in je team. Edgar was in
zijn spel vergelijkbaar met jongens als Kanté, Makélélé, Casemiro en Neeskens. Ze kunnen heel goed voetballen, maar brengen ook agressie in de ploeg. Als het even niet gaat, delen ze een tikkie uit.”
“Edgar maakte niet veel goals, maar zijn omschakeling was ontzettend belangrijk. Hij kon een
tegenstander echt opjagen waardoor ze minder tijd hadden. En dat resulteerde uiteindelijk vaak in balverlies.”
Nummer 10
“Achter de spitsen kies ik voor Jari Litmanen als nummer ‘10’, met hem heb ik natuurlijk ook alle
successen behaald. Een voorbeeld voor velen. Jari is het ultieme voorbeeld dat arbeid echt zijn vruchten afwerpt. Hij bleef altijd stoïcijns doorgaan. Ik kan me goed herinneren dat hij ooit zei: ’blijf mij zoeken’. In die wedstrijd werd hij constant heel kort door iemand gedekt. Maar hij vertrouwde erop dat
hij langer door kon gaan en 1 moment los zou komen. Dat gebeurde ook. Hij had net als Danny Blind die bereidheid om maar door te blijven gaan.”
“Verder kon hij natuurlijk geweldig met zowel links als rechts afwerken. Dit bedoelde ik met dat hij een voorbeeld is voor velen. Ik kan me goed herinneren dat wij er een beetje om moesten lachen wanneer hij na de training met de ballenzak weer terug het veld opging. Vier keer per week stond hij een half uur uit verschillende hoeken met beide benen gecontroleerd af te werken op een doeltje. Als je ziet wat voor resultaat hem dat opgeleverd heeft, is dat ontzettend mooi om te zien.”
Rechtshalf:
“Ja: van jullie moést ik mezelf opstellen, dus bij deze. Ik denk dat mijn kwaliteit was dat ik
anderen goed in stelling kon brengen. Door mijn creativiteit kon ik een overtal creëren, waardoor het veld open kwam te liggen. In benarde situaties kon ik de rust vinden en anderen voor de keeper zetten. Een van mijn mooiste assists was op 23 november 1994 in Triëst waar we tegen AC Milan speelden. Ik nam de bal aan op mijn borst en bracht Jari Litmanen in positie. Hij scoorde en zo stonden we
binnen een paar minuten op een 0-1-voorsprong.”
“Mijn spel kwam ook goed uit de voeten doordat Michael achter mij speelde. In de omschakeling was de communicatie tussen ons zo goed dat we precies wisten waar we aan toe waren. Als ik in dit elftal in de spits stond en niet rechtshalf, dan zou ik Clarence Seedorf opstellen. Hij was ook een geweldenaar, maar je kan er maar 11 opstellen helaas.”
Rechtsbuiten:
“Als rechtshalf speelde ik het liefst met Finidi George voor me. Wij konden het geweldig goed
vinden en hadden aan oogcontact genoeg. Als ik ‘m wegstuurde, wist ik al wat hij ging doen. Als hij een actie maakte, dan bleef ik weg. En als ik zag dat hij 2 verdedigers bewust bezighield, dan voelde ik aan dat hij mij ging zoeken, waardoor ik alle ruimte kreeg.”
Finidi in actie 🎥
“Finidi was ook iemand zonder poeha. En hij had een ongelooflijk loopvermogen. Wij noemden hem altijd gekscherend: antilope. Het was echt gênant als je tegen hem moest sprinten. Over 200 meter verloor je gewoon dik met 15 meter verschil. Hij was een hele fijne jongen om mee samen te spelen. Finidi haalde altijd zijn niveau.”
Spits:
“Patrick Kluivert had op zijn 18e al alles in huis wat een spits nodig heeft. Hij was krachtig, snel, kon met links en rechts scoren en ook nog eens heel goed koppen. Daarnaast was hij altijd hongerig voor de goal. Zulke spitsen zie je tegenwoordig niet super veel meer. Je zou hem kunnen vergelijken met types als Haaland en Lewandowski."
"Mensen zullen zich misschien afvragen; waarom Bergkamp niet als nummer 9? Met hem heb ik maar een halfjaartje samen in een team gezeten. Dennis was ook echt een geweldige spits. Net zoals Kanu natuurlijk.”
Linksbuiten:
"Dat kan er maar eentje zijn, Marc Overmars natuurlijk. Hij was echt een geweldige linksbuiten. Wat hem zo speciaal maakte, was de eenvoud van zijn spel. Marc was ontzettend snel en gebruikte dat ook op een goede, slimme manier. Op snelheid zocht hij de tegenstander op, om vervolgens naar binnen te gaan en te schieten. Of hij ging buitenom en gaf de bal voor."
Bekijk hieronder een aantal typische Overmars-goals
"Tegenwoordig zie je dat veel spelers hun snelheid verkeerd gebruiken: zij moeten eens goed naar beelden van Marc kijken. Daarvan kunnen ze een hoop leren. Marc en ik voelden elkaar perfect aan. Als ik in de spits stond, wist ik precies wanneer hij al onderweg was. Marc zocht altijd op een goede manier diepte.”
De favoriete Ajax-elf van Ronald de BoerBekijk ook: CLASSIC MATCH | Ajax - Bayern München | 19-04-1995
Tekst en beeld: Ajax.nl