Alex komt ontspannen aangewandeld. De jonge middenvelder die samen met Dest in het Amerikaanse jeugdelftal onder 20 speelde, komt sinds deze zomer uit voor Jong Ajax en heeft zijn draai in Amsterdam inmiddels een beetje gevonden. Al spelen cultuurverschillen hem soms nog parten.
Alex: ''Ik was vorige week in de supermarkt en ik zei 'Hi, how are you?' tegen de caissière. Ze keek me heel raar aan. Maar ja, het is gewoon de manier waarop ik mensen begroet.''
Sergiño: ''Nederlanders doen dat niet, tenzij ze écht willen weten hoe het met je gaat. Die zijn heel nuchter terwijl Amerikanen altijd een beetje overdrijven, vind ik. Alles is zo uitvergroot, ook hun vriendelijkheid. Extreem gewoon!''
Alex grinnikt. Met het thuisfront in Californië heeft hij dagelijks contact. Al was het alleen maar zodat zijn Mexicaanse moeder hem kan helpen bij het koken.
Alex: ''Nu ik mijn eigen appartement heb, moet ik ook voor mezelf koken. Dat begint inmiddels ergens op te lijken, al heb ik wel wat hulp nodig van mijn moeder. We bellen bijna elke avond – in Los Angeles is het dan ochtend – en dan helpt ze me op weg.''
De band met zijn moeder, drie broers, zus en stiefvader is hecht. Alex groeide op in een van de moeilijke wijken van South Central Los Angeles. Het was 'tough' vertelt de Ajacied. Maar Mendez kon zich eenvoudig aan het ghetto-leven onttrekken, want zijn liefde voor voetbal hield hem van de straat.
Alex: ''Al vanaf mijn 4e ben ik bezig met voetbal en toen ik 9 was, speelde ik voor het eerst in teamverband bij LA Galaxy. Vanaf dat moment was Guillermo Barros Schelotto mijn coach. Dat bleef zo totdat ik 18 jaar was en naar Duitsland vertrok om bij FC Freiburg te gaan spelen. Ik heb dus bijna 10 jaar dezelfde trainer gehad. Of ik hem mis? Ja, natuurlijk. We waren close en zijn dat nog steeds.''
Naast hem zit collega en vriend Sergiño aandachtig te luisteren. Van een ghetto was in zijn jeugd geen sprake. Het aangeharkte Almere was het decor van een rustige, gemoedelijke jeugd met aan het roer een Nederlandse moeder en Amerikaanse vader.
Sergiño: ''Mijn vader komt uit Brooklyn, maar thuis in Almere werd er gewoon Nederlands gesproken. Sterker nog, een paar jaar geleden was mijn Engels nog zeer matig. Ik was ook helemaal niet bezig met mijn Amerikaanse 'roots'. Totdat ik in Amerikaanse jeugdelftallen ging voetballen. Vanaf dat moment werd mijn Engels beter, maar ging ik me ook steeds Amerikaanser voelen. Ik besefte: 'Hé, dit is óók mijn nationaliteit.' Nu vind ik het mooi om zowel Nederlander als Amerikaan te zijn. Het is een verrijking en daarnaast is het Amerikaanse paspoort een van het mooiste van de wereld.''
Sergiño spreekt met enige verlegenheid. Lovende kritieken en complimenten kleuren zijn konen roze. Het waren er best wat, de afgelopen tijd, want de jonge Dest gaat als een speer. Nog geen jaar geleden wachtte hij op zijn debuut in de Eredivisie. Nu is een plek in de basis van Erik ten Hag geen uitzondering en heeft hij 2 wedstrijden met het Amerikaanse elftal achter zijn naam staan. Zodra Dest een A-interland speelt voor Amerika, betekent dat direct dat hij niet meer kan switchen naar Oranje. De rechtsback staat dus voor een belangrijke beslissing. Kiest hij voor Nederland of blijft hij spelen voor Amerika?
Sergiño: ''Als ik vroeger aan voetbal dacht, dacht ik aan Ajax en Oranje. Nooit aan Amerika. Maar door Oranje werd ik niet benaderd.''
Lichte rancune schemert door in Segiño’s woorden. Of het meespeelt in zijn keuze? 'Misschien', mompelt hij. Dest praat er veel over met zijn ouders, die hem motiveren goed na te denken en zelf de beslissing te nemen. Ook met Alex spreekt hij er geregeld over.
Alex: ''Het is een keuze die je maakt voor de rest van je leven en dat is vreselijk lastig. Er ligt enorm veel druk op Sergiño, merk ik. Daarom moet hij juíst de tijd nemen om een goede beslissing te nemen en zich niet laten pushen door meningen van buitenaf.''
Sergiño: ''Wat zou jij doen als je in mijn schoenen stond?''
Alex: ''Ik durf het niet te zeggen man, want voor beide opties is zo veel te zeggen. Spelen in het shirt van Amerika is geweldig. Bovendien heb je al in de jeugd van Amerika gespeeld en ben je er wegwijs. Maar ja, aan de andere kant speel je in Oranje met grote sterren. Poeh, ik vind het echt een lastige hoor.''
Het zijn roerige, cruciale tijden voor de jonge Ajacieden. Niet alleen moet er worden gekozen, de jongens moeten wennen aan hun nieuwe levens, nieuwe ploegen en culturen.
Alex: ''Rondlopen bij Ajax is een heel nieuwe ervaring voor me. Ik vind het bijzonder om te zien dat jonge spelertjes van 7 jaar technisch al heel sterk zijn. Ik denk dat clubs in Amerika te laat starten met het ontwikkelen van individuele techniektraining. Daarom is het voor de U.S. ook lastig om de rest van de internationale voetbalwereld bij te benen.''
Sergiño: ''Anderzijds denk ik dat Nederland veel kan leren van de Amerikaanse teamspirit. In Nederlands voetbal zie je vaak individuele kwaliteiten, terwijl het in Amerikaans voetbal echt om teamwork gaat. Dat spreekt me erg aan.''
Alex: ''Terwijl jij in het Amerikaanse team uitblinkt door je individuele kracht en technisch vermogen.''
Alex speelt op 15 oktober een interland met Amerika onder 23. In Miami treft hij de leeftijdsgenoten uit El Salvador. Sergiño komt deze interlandperiode niet uit voor Amerika, maar is wél voornemens volgende maand een definitieve keuze te maken. Wat gaat het worden voor de jonge hoogvlieger? Vooralsnog laat hij de buitenwacht in het ongewisse. Opgewekt loopt hij na een fotosessie met maat Alex langs de velden van sportcomplex de Toekomst. Het gaat helemaal niet over keuzes maken of identiteitskwesties. Het gaat over vakanties, kleedkamerhumor, nieuwe kapsels en mooie auto’s. Gelukkig maar. Het is de enige manier om de keuzestress en de druk van buitenaf zo nu en dan het hoofd te bieden.
Lees ook: Interlands: welke Ajacieden komen in actie?
Tekst: Ajax.nl/Lisa HartogBeeld: Ajax.nl/Jasper Ruhé