Innovatieve Louis van Gaal architect van het succesvolle Ajax in 1995

innovatieve-louis-van-gaal-architect-van-het-succesvolle-ajax-in-1995
innovatieve-louis-van-gaal-architect-van-het-succesvolle-ajax-in-1995

Socials

Van Gaal heeft de documentaire van Ajax TV, die 5 jaar geleden werd gemaakt bij het twintigjarig jubileum, onlangs nog teruggekeken. Net als de beelden van later dat jaar, waarin Real Madrid en Gremio werden verslagen in 1 week tijd.

Van Gaal genoot van het opjagen van Bayern München
Van Gaals conclusie na het uurtje beelden kijken? Hij genoot van het opjagen van Bayern München in de halve finales, maar gruwelde bijna van het niveau van de wedstrijd om de Wereldbeker in Tokio. ‘De finale in Wenen is wat het voetbal betreft van onze kant ook teleurstellend’, zegt hij. ‘Ik kan meer genieten van het spel tegen Real Madrid, eind november 1995. Dat kwam dicht bij de perfecte wedstrijd.’

‘Ik ben een innovatieve trainer. Daardoor hebben mijn teams gewonnen’

Eigenlijk zijn wedstrijden sowieso momentopnames tijdens een proces. De één, zoals het moeizame 1-1-gelijkspel tegen Casino Salzburg in het Olympisch Stadion, vormt een uitzondering op de groeicurve; de ander, zoals de 2-0-zege op AC Milan in Triëst, is de bevestiging. Het liefst praat Van Gaal over het proces zelf. Daarin kon hij zichzelf als trainer het meest onderscheiden. ‘Ik ben een innovatieve trainer’, klinkt het stellig. ‘Daardoor hebben mijn teams gewonnen. Althans, ik denk dat het zo is.’

Grootheden in hun vak
Van Gaal geeft voorbeelden van dat innovatieve denken, zoals het durven samenwerken met specialisten als video-analist Max Reckers en inspanningsfysiologen Raymond Verheijen, Jos Geijsel en Jos van Dijk. De aanwezigheid van zulke specialisten klinkt anno 2020 niet meer dan logisch. ‘Zij zijn nu misschien grootheden in hun vak, maar toen ik met ze begon samen te werken, waren hun specialismen nieuw in het voetbal. Ik stond voor hun expertise open. Kijk, dan loop je als trainer dus over het algemeen voor op je collega’s. Over voetbal kun je me weinig leren, maar als het om andere specialismen gaat, luister ik. Ik heb adviezen van anderen altijd opgevolgd, als het normale, goede adviezen waren natuurlijk.’

En dat brengt ons ook bij het succes van 1995, dat zijn oorsprong vindt in 1991, als assistent-trainer Van Gaal de naar Real Madrid vertrokken Leo Beenhakker opvolgt als hoofdtrainer. ‘In die tijd was het totale-mens-principe helemaal nieuw’, legt Van Gaal uit. ‘Later werden er boeken vol over geschreven, maar die waren er nog niet toen ik begon als trainer. Maar ik paste het wel al toe.’

In de praktijk draait dat principe om verder kijken dan de voetbalkwaliteiten van een speler alleen. Wat gaat er in zijn hoofd om, hoe reageert hij op bepaalde situaties, hoe ziet zijn omgeving eruit? Zo gaat Van Gaal bij bijna elke potentiële Ajacied op bezoek. Om te zien hoe een speler leeft, en om hem in een natuurlijke omgeving te spreken.

'De selectie die ik overnam, was die van Beenhakker. Dus daarin zaten zijn keuzes'

Het één leidt tot het ander: het combineren van de juiste voetbalkwaliteiten en karakters stuwt het niveau van het team omhoog. Het is echter geen gemakkelijke en snelle puzzel. ‘De selectie die ik overnam, was die van Beenhakker’, vertelt Van Gaal. ‘Dus daarin zaten zijn keuzes. Ik ben de selectie gaan veranderen, omdat ik wilde dat mijn voetbal werd gespeeld. Daarvoor had ik op sommige posities andere spelers nodig. Ik moest doorselecteren. Dat gaat niet in een paar maanden, daar heb je een paar jaar voor nodig.’

Sterker
Ajax wint in 1992 toch al de UEFA Cup, maar Van Gaal zit dan nog altijd pas aan het begin van het proces. Als in 1993 Dennis Bergkamp en Wim Jonk naar Internazionale vertrekken, lijkt Ajax er bijvoorbeeld zwakker op te worden, maar een jaar later blijkt de as met Frank Rijkaard en Jari Litmanen juist sterker. ‘Iedereen dacht dat we er op achteruit zouden gaan, maar we gingen er juist op vooruit’, aldus Van Gaal.

‘We waren op zoek naar de juiste balans, maar hadden veel van die jonge pikkies in de selectie. Dat was de reden dat Bob Haarms en Gerard van der Lem zo’n voorstander waren van het terughalen van Frank Rijkaard. Hij had een sterke fysiek, waar Jonk zo dun als een pink was, en kon goed voetballen, dus de opbouw van achteruit verzorgen.’

‘Omdat we wisten dat Rijkaard in 1995 zou stoppen, hebben we een seizoen eerder Winston Bogarde al gehaald. Een linksbuiten van Sparta die we linksback zetten, zodat Frank de Boer naar het centrum kon. Dat is dus allemaal van tevoren bedacht. Net als dat ik Clarence Seedorf op zijn 16e uit de A1 haalde. Welke coach doet dat? Als je zegt het ‘geluk’ is, haal je een kwaliteit bij een coach weg. Dat vind ik niet terecht. Ik heb het zo mijn hele carrière gedaan, juist omdat ik oog heb voor de mix van jeugd en oudere spelers.’

Dit is een ingekort verhaal uit het boek: 1995, We are the champions. Het boek is verkrijgbaar in de Official Ajax Fanshop en ook te bestellen op Ajaxshop.nl. Het Ajax-boek ligt binnenkort ook in de boekwinkels. Surf voor meer informatie naar Ajax.nl/1995.

Bestel hier het boek

Tekst: Mike van Damme
Beeld: Ajax Archief

Bekijk ook: Van Gaal: 'Jullie waren beter dan wij in 95'