Jan de Natris
De vliegensvlugge Jan kwam in 1914 bij Ajax terecht en droeg ons shirt in totaal zo’n 12 seizoenen. De Natris stond ook wel bekend als een echte scharrelaar en bestuursleden zagen hem als een lastige jongen. Zo miste hij ooit de kampioenswedstrijd van Ajax in Tilburg omdat hij de trein had gemist en maakte hij zich als 1e Nederlander sterk voor de invoeringvan betaald voetbal.
Behalve voetballen kon Jan ook heel hard lopen: de 100 meter voltooide hij ooit in een tijd van 11,1 seconden.
Hyun-jun Suk
Deze ‘aanwaai-Koreaan’ verdiende in 2010 een contract bij Ajax, nadat hij herhaaldelijk bij de training aan Martin Jol had gevraagd of hij een keer mee mocht doen. Veroverde de harten van het publiek met zijn tomeloze inzet. Tatoeëerde een paar jaar geleden het Ajax-logo op zijn arm.
Piet van Reenen
De topschutter aller tijden van Ajax speelde van 1929 tot 1941 voor onze club. ‘Goaltjes-Piet’ maakte maar liefst 273 treffers voor de Amsterdammers. Je zou zeggen dat je met zulke cijfers wel een plek verdient in het Nederlands elftal, maar ondanks zijn scorend vermogen speelde Van Reenen slechts 2 interlands.
Zal er ooit iemand zijn die aan zijn magische grens van 273 komt? Zelfs Johan Cruijff kwam 2 doelpunten tekort.
Ismael Urzaiz
Deze lange Spaanse spits had er al een verdienstelijke carrière opzitten toen hij in 2007 transfervrij naar Ajax werd gehaald. Erg succesvol was hij in zijn 8 invalbeurten niet, maar misschien wel juist daarom zullen de fans in Amsterdam hem nooit vergeten.
Mido
De Egyptische prins vormde tussen 2001 en 2003 een levensgevaarlijk spitsenduo bij Ajax met Zlatan Ibrahimovic. In zijn 1e seizoen kreeg Mido in de aanval zelfs regelmatig de voorkeur boven de grote Zlatan, de man die van de Egyptenaar ooit een schaar naar zijn hoofd kreeg geslingerd, maar tegelijkertijd zijn beste vriend was.
Dat Mido, in zijn 2e periode bij Ajax een paar kilo te zwaar, ook dikke maatjes was met Andy van der Meijde verklaart zijn nominatie.
Onze definitie van een cultspeler:Voetballer die zeer geliefd is bij (een klein deel van) het publiek, ondanks relatief (meestal) weinig succes. Bij het horen van de naam is er direct sprake van herkenning en enige nostalgie.
Wamberto
De kleine Braziliaan met de eeuwige glimlach. Onnavolgbaar op én buiten het veld. Wamberto was tussen 1998 en 2004 een vaste waarde voor Ajax. De buitenspeler had een levensgroot aandeel in de bekerzege van Ajax in 2002 op FC Utrecht. Wamberto scoorde in de finale de gelijkmaker en stond daarbij slechts een meter of 3 buitenspel.
Andy van der Meijde
Wie de biografie van Andy van der Meijde heeft gelezen, snapt heel goed waarom deze buitenspeler is opgenomen in de selectie van Ajax-cultvoetballers. Hij speelde tussen 1997 en 2003 zeer verdienstelijk in het shirt van Ajax. Fans zullen zich vooral zijn pijl en boog tegen AS Roma in 2003 in de Champions League herinneren.
Goal: 𝙄𝙉𝙎𝘼𝙉𝙀
— AFC Ajax (@AFCAjax) March 19, 2020
Celebration: 𝙄𝘾𝙊𝙉𝙄𝘾
Van der Meijde vs @ASRomaEN... 🤤#OnThisDay pic.twitter.com/yPrBkbGPBH
Simon Tahamata
Simon Tahamata is onlosmakelijk verbonden aan Ajax. Tussen 1970 en 1980 droeg de kleine Molukse dribbelaar in totaal 109 keer het shirt van onze club. Tahamata, die nu jeugdtrainer is van Ajax, verdiende voor zijn wedstrijd in 1979 tegen PSV het cijfer 10 van Voetbal International.
Marko Pantelic
Zonder twijfel 1 van de meest zelfverzekerde voetballers die Ajax ooit gehad heeft. Bij elke pass in zijn richting, of de bal nou aankwam of niet, ging er steevast een duim de lucht in. De spits speelde vanaf 2009 slechts 1 seizoen voor Ajax, maar dat was genoeg om de harten van de fans te veroveren.
Tijani Babangida
In 1996 kreeg Tijani Babangida de ondankbare taak om zijn landgenoot Finidi George bij Ajax te doen vergeten. De Nigeriaanse buitenspeler viel vooral op dankzij zijn prachtige, brede glimlach en zijn enorme startsnelheid. Het computerspel Pro Evolution Soccer verkoos Babangida zelfs tot de snelste voetballer ooit.
Nwankwo Kanu
Nwankwo Kanu heeft een nogal slungelige uitstraling, des te bijzonder om te zien wat deze Nigeriaan allemaal met een bal kon. Al op zijn 16e werd hij gescout door Ajax, om vervolgens in 3 seizoenen (ondanks de concurrentie van Patrick Kluivert) van grote waarde te zijn in de succesreeks van onze club halverwege de jaren ’90.
Nikos Machlas
‘Nikos, Nikos, Machlas….Machlas.’ De spits was niet goedkoop toen hij als Europees topscorer aan het einde van de 20e eeuw werd gekocht van Vitesse. Door de concurrentie van eerst Arveladze en daarna Zlatan en Mido heeft de Griek het nooit echt waar kunnen maken in Amsterdam.
Machlas adviseerde Ibrahimovic in een bar ooit om geen witte sportsokken meer te dragen, want daarmee zou hij geen vrouwen kunnen versieren. Zlatan deed alsof hij het niet hoorde, maar keerde even later na een toiletbezoek zonder sokken weer terug aan tafel.
Dmitri Bulykin
De vriendelijke Russische spits, ideaal als pinchhitter. In die rol werd de nogal bonkige Bulykin ook gebruikt in dat ene seizoen in dienst van Ajax in 2011-2012. Even daarvoor werd hij in Den Haag bijna topscorer van de Eredivisie. Voor onze club maakte hij er 10 in 26 duels, waarmee hij een belangrijk aandeel had in de landstitel.
Hij had niet de uitstraling van een echte Ajax-spits en startte zelden in de basis, maar mopperen deed deze Rus nooit.
Tscheu La Ling
Tscheu La Ling is waarschijnlijk 1 van de beste vleugelspelers die Ajax ooit gehad heeft. Met zijn dubbele schaar was hij in de jaren ’70 en ’80 voor geen enkele back af te stoppen. Ling was én onwijs goed én behoorlijk lui. Die combinatie kon het publiek in Amsterdam wel waarderen.
Pius Ikedia
Pius ‘Pietje’ Ikedia kwam bij de start van deze eeuw bij Ajax terecht en speelde in totaal 32 wedstrijden. Over zijn dribbelkunsten geen twijfel, maar de discussies over de uitspraak van zijn achternaam duren nog altijd voort. Want waar komt nou de klemtoon te liggen?
De stembussen zijn inmiddels gesloten. Later volgt meer informatie over de uitkomst!
Lees ook: Stem nu op jouw favoriete cultmiddenvelder!
Check ook: Ajax op zoek naar jouw favoriete cultspelers