Het Europese avontuur van Ajax begon in het seizoen 1957/1958. Als eerste kampioen van de in 1956 gestarte Eredivisie mocht Ajax deelnemen aan het toernooi dat toen nog door het leven ging als Europa Cup 1, ook wel het Europa Cup-toernooi voor Landskampioenen. Het Europese debuut op 20 november 1957 heeft een ereplek in de clubgeschiedenis. In het Oost-Duitse Aue werd SC Wismut geklopt. Piet van der Kuil schreef die dag historie als maker van Ajax' eerste doelpunt in Europa.
Sindsdien gebeurde er veel, heel veel zelfs, met en rondom de Amsterdamse club. Ajax werd in het daaropvolgende decennium aan de hand van trainer Rinus Michels een grootmacht. Eerst in Nederland en niet veel later ook in Europa. Met voetbal dat sterk tot de verbeelding sprak ('Totaalvoetbal') stal Ajax de harten van steeds meer voetbalfans.
Ajax veroverde Europa en de wereld
Met Michels en zijn opvolger Stefan Kovacs aan het roer veroverde Ajax Europa en zelfs de hele wereld. Met de Europese trilogie, de winst van drie Europa Cups op rij (1971, 1972 en 1973) schaarde de club zich onder de Europese voetbalgrootmachten. In 1995 mocht Ajax zich wederom Europa's beste noemen. Trainer Louis van Gaal loodste Ajax in dat jaar naar de eindzege in de UEFA Champions League, de opvolger van het 'klassieke' Europa Cup I-toernooi.
De Europese triomfen springen er onvermijdelijk uit als je spreekt over de meest memorabele continentale wedstrijden van Ajax. Ook in 1987 (winst van de Europa Cup II, het toenmalige toernooi voor bekerwinnaars) en 1992 (UEFA Cup, later opgegaan in de UEFA Europa League) won de club een cup. Weliswaar iets bescheidener qua allure en dus ook minder aansprekend, maar toch: een echte Europese prijs. Hetzelfde kan worden gezegd over de drie Europese Supercups (1973, 1974 en 1996) en - last but not least - de Intertotocup, de eerste Europese bokaal die de club in 1962 won.
Europese reis
Maar het zijn niet alleen triomfen die de Europese reis van Ajax kleuren. Ook teleurstellende nederlagen en sportieve tegenslag geven de historie reliëf. Van verloren finales tot voortijdige uitschakelingen en van 'spookdoelpunten’'(zoals Ajax die ooit incasseerde tegen Athletic Club; de bal belandde via een gat in het zijnet in het doel) tot supportersoproer (het 'staafincident' in het duel met Austria Wien); de Europese geschiedenis is veelzijdig. Ook het modder- en waterballet tegen achtereenvolgens Fenerbahce (1968) en Real Zaragoza (1987) droegen bij aan heldendom.
Ook deze eeuw boekte Ajax soms resultaten die een glimlach brengt op gezichten van de Ajax-fans. Van de Champions League-campagne in het seizoen 2002/2003 tot de vier goals van Sébastien Haller bij Sporting CP en van de Europa League-finale tot aan de zeges bij Real Madrid en Juventus. Ajax in Europa, saai was het eigenlijk nooit.
Ajax – Inter is de 248e wedstrijd van Ajax in het belangrijkste toernooi, eerst de Europa Cup 1 en sinds 1992 de UEFA Champions League. Mooi feit: Ajax speelt voor de 36e keer (seizoen) mee in het belangrijkste Europese clubtoernooi. De Amsterdamse club staat daarmee knap derde op de ranglijst aller tijden. Alleen Benfica (42) en Real Madrid (44) speelden vaker mee in de Europa Cup I, de latere UEFA Champions League.
Ook het historische wedstrijdaffiche - denk terug aan de finale van 1972! - levert op voorhand zijn bijdrage aan het veelzijdige verhaal van Ajax in Europa. Al was het maar omdat het 500e duel een hoogtepunt markeert in de clubhistorie.
Alle Europese duels op een rij:
- Europa Cup I + UEFA Champions League (incl kwalificatieduels): 247
- Europa Cup II: 28
- UEFA Cup + UEFA Europa League (incl kwalificatieduels): 177
- UEFA Europa Conference League: 4
- Europese Supercup: 8
- Intertoto: 25
- Jaarbeursstedenbeker: 10
Totaal: 499



