Cor van der Hart, geboren op 25 januari 1928, was een ras-Amsterdammer. Hij groeide op in het oosten van de stad, in de Eerste Oosterparkstraat. Hij voetbalde bij het buurtclubje Fokke, viel daar op en werd op zijn twaalfde gevraagd bij Ajax te komen spelen.
Van der Harst doorliep de jeugdopleiding samen met zijn generatiegenoot Rinus Michels. In 1947 maakte hij zijn debuut in het eerste elftal. In het naoorlogse Ajax maakte hij vervolgens naam als een sterke stopperspil met een goede trap. Na ruim zeventig wedstrijden lonkte een overstap naar Lille, waar een profcarrière in het verschiet lag. Voor 80.000 gulden en de recettes van een oefenpot, hengelden de Fransen Van der Hart uiteindelijk binnen.
Het koste hem jarenlang zijn plek in de selectie van Oranje. In Nederland was voetballen voor geld tot 1955 nog verboden. In Lille ontwikkelde Van der Hart zich ondertussen tot een sterkhouder en een van Nederlands beste verdedigers, maar door zijn status als prof werd hij door de KNVB dus buiten Oranje gehouden.
Van der Hart kwam in Noord-Frankrijk tot meer dan honderd wedstrijden. Toen betaald voetbal ook in Nederland legaal werd, vertrok hij naar het Limburgse Fortuna '54. Van der Hart werkte midden jaren tachtig als assistent bij Ajax. Zijn kleinzoon Mickey van der Hart doorliep de jeugdopleiding op de Toekomst en schopte het ook tot Ajax 1.
Cor Van der Hart overleed op 12 december 2006 op 78-jarige leeftijd. Daags na het overlijden droeg Ajax in de UEFA Cup-wedstrijd tegen Zulte Waregem rouwbanden.