In de winter van 2004 begint het allemaal voor Ryan Babel. De aanvaller staat bekend als een groot talent in de jeugdopleiding. Dat weet ook trainer Ronald Koeman, die Babel eind januari voor het eerst bij de selectie van het eerste elftal haalt. Een week later volgt zijn debuut. Als zeventienjarige is Babel dan de op vijf na jongste debutant ooit voor Ajax.
Hij begint in die allereerste wedstrijd – thuis tegen ADO Den Haag – in de basis. Babel staat in de spits; zijn meer ervaren concurrenten, zoals Wesley Sonck en Zlatan Ibrahimovic, zijn niet fit. De aanvaller uit de Bijlmer is stikzenuwachtig. Een van zijn eerste acties mislukt. Gelukkig komt hij langzaam steeds lekkerder in de wedstrijd. Babel verzorgt in de tweede helft een assist op invaller Nicolae Mitea. Ajax wint met 4-0 van ADO.
Na de wedstrijd is Babel nog niet tevreden. “Het ging nog niet zo lekker. Ik ben een speler die aan de bal wel wat kan, maar het kwam er nog niet echt uit vandaag.” Gelukkig is zijn coach juist wel trots op wat de piepjonge debutant heeft laten zien. “We vroegen natuurlijk nogal wat van hem. Hij is net van de A1 naar Jong Ajax gegaan, maar hij heeft prima gedebuteerd. Hij heeft zelfs meer gebracht dan je van een debutant mag verwachten.”
Basisopstelling Ajax – ADO (4-0) in 2004: Stekelenburg, N. De Jong, Heitinga, Escudé, O’Brien, Galasek, Sneijder, Maxwell, Sikora, Babel, De Ridder.