In de zomer van 1975 vertrok Johnny Rep uit Amsterdam. De man van het enige doelpunt in de Europa Cup 1-finale in 1973 ging aan de slag bij Valencia. Zijn opvolger op de rechtsbuitenpositie: Ling van het toenmalige FC Den Haag.
Debuut
Ajax was de jaargang daarvoor derde geëindigd en nam, voorafgaand aan het seizoen, deel aan een zogenoemde nacompetitie. Voor het eerst in de geschiedenis van het Nederlandse voetbal speelden de vier periodekampioenen tegen elkaar in een enkele competitie. De inzet: een laatste ticket voor de UEFA Cup.
De Amsterdammers begonnen op 13 augustus 1975 met een uitwedstrijd tegen FC Twente. Ling maakte zijn officiële debuut als basisspeler tijdens het 1-1-gelijkspel. Uiteindelijk kwalificeerde Ajax zich na een gelijkspel tegen AZ en een ruime zege op Sparta voor de UEFA Cup.
Handelsmerk
In het wit-rood-witte tenue groeide Ling uit tot een unieke rechtsbuiten, die geliefd was bij de Ajax-fans. Vol flair, zelfvertrouwen en met de nodige branie speelde hij menig verdediger uit. Zijn dubbele schaar was zijn handelsmerk en meeverdedigen deed hij liever niet.
Tijdens het iconische thuisduel met FC Twente, op 30 november 1980, speelde Ling een grote rol. Met de rechtsbuiten op het veld stond Ajax met 1-3 achter tegen de Tukkers. Johan Cruijff kon het matige Ajax-spel kennelijk niet aanzien en daalde tijdens het duel de hoofdtribune van De Meer af om plaats te nemen naast hoofdtrainer Leo Beenhakker. Ajax won met 5-3 en Ling scoorde twee keer dat duel.
Met diezelfde Cruijff speelde de oud-Ajacied nog een half jaar samen voordat hij in 1982 vertrok naar het Griekse Panathinaikos. Ling kwam in 223 Ajax-duels tot 66 goals, vier landstitels en een KNVB Beker.



