Geboren in Amsterdam, maar met een omweg naar Ajax
Willem Gerardus 'Wim' Anderiesen senior werd in 1903 geboren in Amsterdam. Het talent werd desondanks met een omweg Ajacied. Anderiesen speelde zijn eerste wedstrijden als top-amateur (de start van het professionalisme lag nog ver in de toekomst) voor 't Gooi. Als zeventienjarige jongen voetbalde hij zijn eerste duels bij de Hilversumse club waar zijn oudere broer Henk toen al speelde.
Toch droomde de Amsterdammer altijd al van voetballen bij Ajax. Als kind stond hij achter het Ajax-doel om zijn favorieten toe te juichen. Op 4 oktober 1925 kon Anderiesen zich dan eindelijk Ajacied noemen. Zijn debuut, een uitduel met Feyenoord, ging helaas wel met 2-0 verloren. De broers speelden direct het hele duel.
Veertig jaar lang recordinternational (van Ajax)
Als ambitieuze sportman hoopte Wim Anderiesen dat de stap naar Ajax ook het pad naar het Nederlands elftal iets korter kon maken. Nog geen jaar na zijn debuut als Ajacied kwam zijn langgekoesterde wens al uit: in juni 1926 speelde de Amsterdammer zijn eerste interland voor Oranje.
Uiteindelijk mocht de Ajacied zich dertien jaar lang international noemen. Hij verscheen met Oranje ook op het WK van 1934 en 1938. Anderiesen speelde in mei 1939 zijn 46e en laatste interland. Met dat aantal was hij decennialang de recordinternational van alle Ajacieden in Oranje. Ruud Krol verbeterde het stokoude record pas in 1979.
Anderiesen, de politieagent (soms zelfs tijdens Ajax-duels)
Wim Anderiesen legde zelf in zijn boekje 'Voetbalherinneringen' uit dat er nóg een reden was om bij Ajax te gaan spelen. Hij woonde in Amsterdam en was het heen- en weergereis van en naar 't Gooi - Hilversum dus - ronduit beu.
Hij miste daarbij nog wel eens een wedstrijd vanwege zijn werk. Anderiesen was politieagent in de hoofdstad. In de amateurtijd van het voetbal moest een voetballer zijn maatschappelijke loopbaan voorrang geven. Dat leverde voor Anderiesen op sommige zondagen curieuze situaties op. Zo kon het gebeuren dat de routinier van Ajax wel in De Meer opdook, maar dan in politie-uniform. Anderiesen was er dan vooral om te surveilleren en de orde te bewaken.
Anderiesen wordt een routinier en groeit uit tot een iconische Ajacied
In de vijftien jaar waarin hij het Ajax-shirt droeg ontwikkelde Anderiesen senior zich tot een echte sterkhouder, de motor van het Ajax-collectief. De middenvelder ('spil' in die tijd) had een mooie trap in de benen, was een goede kopper en beschikte over een uitstekend tactisch inzicht. Tel daarbij zijn uitstekende mentaliteit op en het is duidelijk dat de Ajacied een voorbeeld was voor zijn ploeggenoten. Een leider pur sang.
Toonaangevend in de Gouden jaren dertig
Anderiesen was daarmee een van de belangrijkste spelers in Ajax' Gouden jaren dertig. In dat decennium won Ajax onder trainer Jack Reynolds liefst vijf landstitels; in 1931, 1932, 1934, 1937 en 1939 was de club de beste van het land. Ajax was met die successen definitief een nationale topclub geworden. Ter vergelijking: in de eerste twintig jaar na de oprichting won de club 'slechts' twee landstitels. Naast de vijf landstitels won Anderiesen met Ajax tien afdelingstitels, in die tijd ook een voorname prestatie.
Een groot Ajacied zwaait af en overlijdt veel te vroeg
Op 26 mei 1940 speelde de dan 36-jarige Anderiesen zijn 309e en laatste wedstrijd. In en tegen Haarlem wonnen de Ajacieden met 0-3. Het was een goede overwinning na een matig seizoen, waarin Ajax niet verder kwam dan een zesde plek in de Eerste klasse. De strijd om het kampioenschap van Amsterdam, een sportief toetje na de reguliere competitie, liet Anderiesen aan zich voorbijgaan. Wellicht zag hij nog een of meerdere duels als ordebewaker. De loopbaan van de befaamde Ajacied was in elk geval ten einde.
Voetbal was in die periode ook meer dan ooit bijzaak. Ruim twee weken voordat Anderiesen zijn laatste wedstrijd speelde, was het Duitse leger Nederland binnengevallen. De Twee Wereldoorlog was ook in Nederland begonnen. De bezetting drukte logischerwijs een zware stempel op het maatschappelijke en dus ook sportieve leven.
De voetbalherinneringen van Anderiesen
Ondanks alle oorlogsmisère liet Anderiesen in 1944 wel zijn voetballeven optekenen in het boekje 'Voetbalherinneringen'. Fraai getekend prijkt de hoofdrolspeler zelf op de cover van het qua afmetingen bescheiden bundeltje. In maart van het voorlaatste oorlogsjaar legde Anderiesen de laatste hand aan zijn memoires. Het eindresultaat heeft hij helaas zelf nooit gezien. Enkele dagen voordat 'Voetbalherinneringen' werd gedrukt, overleed Anderiesen aan de gevolgen van een longontsteking. De oud-Ajacied was op 18 juli 1944 slechts veertig jaar. Hij liet onder meer zijn twaalfjarige zoon Wim Anderiesen junior in ontreddering achter.
Ajax en de familie Anderiesen
Ajax en de familie Anderiesen zijn door de historie nauw met elkaar verbonden. De broers Wim en Henk Anderiesen speelden dus voor de Tweede Wereldoorlog in de hoofdmacht. Na het wereldconflict trad Wims zoon in de voetsporen van zijn beroemde vader. Zo goed als Wim senior werd 'kleine Wim' niet, maar ook hij had niettemin een mooie Ajax-carrière. Anderiesen junior was Ajacied op het breukvlak van het amateurisme naar (semi)professionalisme. Tussen 1951 en 1961 speelde hij 178 wedstrijden bijeen. In die reeks won hij twee landstitels, in 1957 en 1960. Anderiesen junior was er ook bij in Ajax' eerste Europese wedstrijd ooit, in 1957 tegen SC Wismut.
De Anderiesens in de Club van 100
Vader en zoon Anderiesen hebben een plek in Ajax' Club van 100. Dat is in de clubhistorie maar weinig vaders en zonen gegeven. Senior staat met zijn totaal wel een stuk hoger dan junior. De voorname positie van Anderiesen senior in Ajax' eregalerij zegt veel over zijn plek in de Ajax-historie. De Ajacied ontwikkelde zich tot een van, wellicht zelfs de belangrijkste Ajacieden van voor de Tweede Wereldoorlog. Met zijn 309 wedstrijden - voor vooroorlogse begrippen een mega-totaal – bevindt Anderiesen senior zich onder de 24 Ajacieden die het vaakst voor de club uitkwamen.
De bijzondere, maar helaas veel te vroeg overleden clubman, houdt op de eeuwige ranglijst Ronald de Boer (306) onder zich. Net boven Anderiesen heeft Maarten Stekelenburg zijn plek in de Club van 100. De doelman verdedigde het 311 keer het doel van Ajax.
Anderiesenhof werd Anderiesenstraat
Tot slot nog een mooi feitje. Anderiesen senior behoort tot de selecte groep Ajacieden naar wie een straat, laan of hof(je) is vernoemd. Op 16 mei 1957 werd in Amsterdam het Anderiesenhof geopend. Het was destijds de eerste Amsterdamse 'straat' die de naam van een Ajacied droeg.
De plek die werd vernoemd naar de illustere oud-Ajacied bevindt zich in de westelijke buitenwijk Geuzenveld in stadsdeel Nieuw-West. In 2008 ging het hofje flink op de schop en werd het zelfs opgeheven. Later werd, haaks op het voormalige hofje, de Anderiesenstraat aangelegd. Zo blijft gedachte aan de misschien wel grootste vooroorlogse Ajacied toch voortleven. Precies wat een Ajax-icoon als Wim Anderiesen senior verdient.



