Wat een Ajax-stadion is voor Swart is Carré voor cabaretier Van 't Hek. Een warm thuis. Een vertrouwde en inspirerende omgeving, waarin een kunstenaar tot grootse kunst komt. Sjaak schreef met zijn collega-Ajacieden geschiedenis in de grootste en beroemdste voetbaltheaters. Youp speelde op zijn beurt onder meer honderden keren Carré plat. Het Amsterdamse theater kan zich qua aantrekkingskracht meten met de Johan Cruijff ArenA; beide vormen het hoogste podium op ieders vakgebied. Het zijn erepodia voor de aller getalenteerdsten, op kicksen of op podiumstappers.
Na een glansrijk verlopen loopbaan is Van 't Hek sinds vorig jaar cabaretier in ruste. De podiumkunstenaar vermaakten velen, onder meer ook met zijn oudejaarsconferences. Speciaal voor 'zijn absolute Ajax-held' betrad Van ’t Hek nog eenmaal het podium.
Met een knipoog
"Een oude komiek, die vorig jaar afscheid heeft genomen, speelt nog een keer in Carré en we kunnen zeggen: het loopt niet lekker", opende Van ’t Hek zijn voordracht met een knipoog. De 71-jarige kleinkunstenaar bleek het schertsen nog lang niet verleerd. "Vroeger stond ik voor uitverkochte zalen en nu zit er nog een eenzame 87-jarige bejaarde in zijn uppie in de zaal. En wat voor een bejaarde. Een bejaarde die alles is behalve bejaard. Een man die je niet harder kunt beledigen dan hem een bejaarde te noemen. Een man die nog niet zo lang geleden met zijn vrienden een rondootje trapte op Zeeburgia."
Van ’t Hek vervolgde zijn verhaal met een liefdesverklaring aan Mister Ajax. "Een man die mijn absolute Ajax-held is, omdat hij mijn jeugd, en niet alleen mijn jeugd, maar die van heel Amsterdam zeldzaam heeft opgevrolijkt met voorzetten, doelpunten, kampioenschappen, KNVB Bekers en drie Europa Cups. Want ik behoor tot de gelukkige generatie die het Gouden Ajax heeft zien spelen. Live in De Meer en in het Olympisch Stadion. (..) Maar Jezus Sjaak wat heb ik van jou en dat gouden team genoten. (..) Jullie lieten jongens dromen, Sjaak"
Koninklijke Loge
Swart speelde het recordaantal van 603 officiële wedstrijden in Ajax 1 en was naar eigen zeggen ‘tientallen keren in Carré.’ Dikwijls ook om zijn vriend Van 't Hek aan het werk te zien. Knus gesetteld in de Koninklijke Loge genoot Mister Ajax zichtbaar van de persoonlijke voordracht van fan Youp.
Nadat verzorger (en talisman van het Gouden Ajax) Salo Muller, de Mistwedstrijd, de eerste Europa Cup-finale in 1969 waren besproken, volgde een anekdote over een bezoek van wel honderd Lucky Ajacieden aan een show van Van ’t Hek. Waarna laatstgenoemde terugkeerde in het heden en afsloot met: "Wat me nou het meest ontroerd is dat ik, 54 jaar geleden, als zeventienjarig jochie, niet wist dat ik op een doordeweekse dag mijn held mocht doorspreken. In Carré, niet leeg maar overvol herinneringen. Dit Carré is voor mij uitverkocht. To-taal uitverkocht. (..) Ik ben trots dat ik dit mocht doen. En ik beloof je: over 25 jaar sta ik hier weer. En als je je afvraagt hoe ik hier gekomen ben: ik moest toch die kant uit."
De unieke voordracht van Van ’t Hek roerde Swart, zo bleek naderhand in de coulissen. Mister Ajax was geroerd. En dat kon ook bijna niet anders. Wat volgde was een liefdevolle omhelzing tussen twee Ajacieden. Op naar de komende miniconference, over een kwart eeuw in Carré.


