*Dit artikel is twee jaar geleden gepubliceerd. In verband met zijn 59e verjaardag hebben we het artikel opnieuw een plek gegeven op deze website.
Menzo verdedigde tussen 1983 en 1994 met succes het doel van Ajax. De oud-international won drie keer de landstitel en de KNVB Beker. Daarnaast won hij de Europacup II en de UEFA Cup. De doelman stond ruim 300 wedstrijden onder de lat van Ajax en stond bekend om zijn meevoetballende kwaliteiten.
Keeper
"Mijn rol, met name onder Johan Cruijff, was om van achteruit het spel te hervatten. Daarnaast moest ik de ruimte achter de defensie verdedigen. Ik denk dat ik het type keeper was wat je tegenwoordig veel ziet. Ik moest wel eens dertig of veertig meter voor mijn goal staan. Ik deed wat Cruijff van mij vroeg, maar dat was voor mij niet zo bijzonder, want ik speelde altijd al zo. Voor mij was zijn speelstijl heel normaal."
“Mijn absolute hoogtepunt was de winst van de Europacup II in Athene in 1987. Na jaren won Ajax weer eens een prijs in Europa. Bij mij kwam toen het besef dat het winnen van zo’n prijs echt heel bijzonder was. Ik herinner me ook nog dat we door de stad gingen. We gingen langs de Indische buurt, de wijk waar ik vandaan kwam. Toen zag ik ineens mensen mij toejuichen die ik normaal gesproken op de markt tegenkwam."
"Verder heb ik zoveel meer hoogtepunten meegemaakt bij Ajax. Ik kan me ook wel eens herinneren dat we 9-0 van Sparta wonnen en dat ik als keeper de perfecte wedstrijd speelde.”
Rechtsback
"Op deze positie kies ik Danny Blind. Hij is later in het centrum terechtgekomen, maar in het begin speelde hij op de rechtsbackpositie. Voor die plek werd hij ook door Cruijff van Sparta naar Ajax gehaald. Danny was een echte professional die wist wanneer hij aan het werk moest. Ik had voor deze plek ook voor Sonny Silooy kunnen kiezen, want die deed het ook goed. Sonny was denk ik de betere verdediger en Danny de betere voetballer.”
Rechter centrale verdediger
"Voor deze plek ga ik voor Frank Rijkaard. Hij speelde ook veel op het middenveld, maar aangezien het mijn opstelling is, zet ik hem op deze plek. Rijkaard kon in de hele as spelen en het was niet fijn om tegenover hem te staan. Ik vond Frank op vroege leeftijd al een echte topper. Toen hij 14 was, zag je al dat het een enorm goede voetballer was."
"Naast voetballer heb ik hem ook als mens enorm hoog zitten. Hij zei altijd tegen mij dat ik het eerste elftal zou halen. Verder is Frank een nuchter persoon en is hij altijd stoïcijns gebleven. Daarnaast had hij ook echt humor. Zo sloot hij met Fred Grim een keer een weddenschap dat Fred een hele fles slagroom moest leeg eten. Toen Grim bijna klaar was, ging Rijkaard naar Cruijff en die gaf Grim toen op zijn kop. Hij was een echte sfeermaker."
Linker centrale verdediger
"Naast Rijkaard stel ik Frank de Boer op. In mijn tijd was Frank meer de linksback, maar ik vond hem beter op deze positie. Hij had een goed linkerbeen, leiderschap, was positioneel sterk en verdedigend goed. Hij had alles wat je op die positie nodig hebt en daarom zet ik hem daar neer. Een andere optie had Marciano Vink of Ronald Koeman geweest, maar daar heb ik net te kort mee samengespeeld."
"Frank was een echte voetballer. Hij had nog weleens last van het ‘De Boertje’, maar eigenlijk liep dat nooit verkeerd af. Je moest hem wel scherp houden, want het ging hem soms te makkelijk af. Door zijn jeugdigheid maakte hij soms die foutjes, maar uiteindelijk is hij later in zijn carrière een wereldtopper geworden."
Linksback
"Het is misschien een onverwachte naam, maar voor deze plek kies ik voor Danny Hesp. Hij heeft kort op deze plek gespeeld, maar hij was echt een talent. Eigenlijk heeft één aanvaring ervoor gezorgd dat zijn carrière op het allerhoogste niveau voorbij was. Hij brak zijn linkerbeen, nadat hij ‘de fout’ maakte om als eerste een sliding in te zetten. Die overtreding was toen niet bewust hoor, maar het was wel heel vervelend. Het was enorm zonde, want ik vond Danny een groot talent."
"Door zijn blessure kreeg Frank de Boer de kans en die ging niet meer weg uit het elftal. Voor de komst van Danny heb ik ook nog met Peter Boeve gespeeld."
Verdedigende middenvelder
"Ik speel met een ‘nummer 6’ en twee aanvallende middenvelders als het ware. Voor de plek van verdedigende middenvelder kies ik voor Wim Jonk. In het begin was hij meer een nummer 10, maar op 6 was hij het beste. Zeker in een aanvallend elftal was hij echt goed. Hij dacht namelijk vooruit. Verder was hij een slimme speler die goed vrij kon lopen. Daarnaast vormde hij een mooi tandem met Dennis Bergkamp."
"Ik had ook Jan Wouters kunnen noemen, maar ik vond dat meer een verdedigende nummer 6. Verder was Jonk mijn kaartmaatje en mijn slaapmaatje. Ik heb veel met hem meegemaakt en het is een echte Volendammer."
Rechtshalf
"Eigenlijk was het meer een nummer 10, maar ik zet hem op deze plek: Dennis Bergkamp. Hij begon als rechtsbuiten, maar hij werd al snel in de spits en daarachter gezet. Hij was echt een complete voetballer in de as. Hij had een geweldige aanname, kon voor de goal komen en had het vermogen om geweldige goals te maken. Ik ben echt dankbaar dat ik zowel met Bergkamp als Marco van Basten heb samengespeeld. Dennis is ook een echte grootheid."
"John Bosman had een andere optie geweest, want dat was echt een fantastische kopper. Ik vind Bosman alleen een heel ander type. Die rendeerde ook het allerbeste in de spits."
Linkshalf
"Voor deze positie was de keuze lastig. Ik had namelijk voor Arnold Mühren kunnen kiezen. Hij kon zo goed een wedstrijd lezen. Ik vond hem in het veld echt de rust zelve. Toch kies ik voor Aron Winter in mijn elftal. Hij was echt de motor op het middenveld en die ging pas uit als de scheidsrechter affloot. Hij was een echte box-to-box-middenvelder."
"Hij was er eentje die kon verdedigen en aanvallen. Daarnaast is het ook echte vriend geworden. Ik heb nog steeds contact met hem. We hebben ook samen op de trainerscursus gezeten, dus je kunt hem ook een echte voetbalvriend noemen."
Rechtsbuiten
“Voor deze plek in het elftal had ik eigenlijk maar een optie en dat was John van ’t Schip. Zijn schaar en voorzet waren zijn grootste kwaliteiten. Daarnaast was hij iemand die heel direct kon zijn. Na het vertrek van Van Basten werd hij ook aanvoerder gemaakt. Van ’t Schip was een heel rustig persoon met enorm droge humor."
"In die tijd stond hij ook veel in contact met Cruijff. Hij is in mijn ogen na zijn carrière ook een echte Cruijff-adept geworden. Dat zie je aan de manier waarop hij over het spelletje praat, maar ook hoe hij over voetbal denkt."
Spits
“Het zal geen verrassing zijn, maar ik ga voor Van Basten. Toen hij in de A1 bij Ajax kwam, zag je al dat hij goed was. Toen ik nog bij Zeeburgia zat, speelde ik ook al tegen hem en toen viel hij niet echt op. Marco was echt ongekend goed. Het is jammer dat zijn loopbaan al vroeg was afgelopen. Toen hij net bij Ajax kwam, kon je zien dat het een echte wereldster zou worden. Dat zag je in de kleine dingetjes. Hij had de absolute wil om te winnen en op jonge leeftijd zei hij al wat die van bepaalde dingen vond."
"Hij was op dat moment al heel ver in zijn voetbalvisie. Zijn hoogtepunt bij Ajax was die goal tegen Lokomotiv Leipzig in de Europacup II-finale. Verder was hij heel creatief en ook wel een boefje. Zowel op het veld als daarbuiten."
Linksbuiten
"Op de linkerkant voorin had ik de luxe om te kiezen tussen Rob Witschge, Rob de Wit en Bryan Roy. Ik heb gekozen voor Roy, omdat ik hem een echte sierlijke Ajax-buitenspeler vond. Hij had iets wat Piet Keizer ook had. Het was echt een speler waar je voor naar het stadion ging. Daarnaast was hij ook compleet. Hij kon een man passeren, had snelheid en kon een goal maken."
"Ik vond hem net zoals Van ’t Schip een echte publieksspeler. Als keeper kon je je daar wel eens aan ergeren en was het haat-liefde. Als het goed ging, dan stond ik echt te genieten, maar het ging ook wel eens verkeerd. Als buitenspeler moet je iets aparts hebben en dat hadden zij. Ik denk dat Roy een type-speler was wat we nog veel hebben gezien bij Ajax."