De Amsterdammers zaten in een transitie voorafgaand aan het seizoen 1975/1976. Van het Gouden Ajax uit 1973 waren na het vertrek van Arie Haan, Johnny Rep en Horst Blankenburg dat seizoen alleen nog Krol, Barry Hulshoff, Wim Suurbier, Gerrie Mühren en Heinz Stuy over. Voordat het seizoen was begonnen stond trainer Hans Kraay op straat. Hij werd opgevolgd door interim-coach Rinus Michels, de architect van het Gouden Ajax.
Ajax begon de competitie met drie zeges uit vier wedstrijden, maar ging in de eerste echte krachtmeting onderuit. PSV was op 20 september 1975 met 6-2 te sterk en twee weken later kwamen de Ajacieden ook niet langs AZ '67: 1-1. Het typeerde het wisselvallige seizoen van de mannen van Michels. Ajax stond in de winterstop bovenaan, maar eindigde het seizoen op plek drie. Voor het tweede jaar op rij. Maar het hoogtepunt van die jaargang vond plaats in het Olympisch Stadion.
'De Klassieker, altijd de mooiste wedstrijden'
Klassieker nummer 82, op zaterdag 1 november 1975, een dag eerder dan geprogrammeerd vanwege Ajax' Europese verplichtingen, werd er een voor in de boeken. Zowel Ajax als Feyenoord had op dat moment veertien punten uit negen wedstrijden. Ajax zou op zeventien punten komen, dankzij een sublieme Geels.
Een van de belangrijkste pilaren van het Ajax van toen was de op dat moment 26-jarige Krol. Inmiddels woonachtig in Spanje. "Het regent hier nu, maar dat is eigenlijk prima. Goed voor de natuur ook, anders wordt het hier veel te droog. Dus vandaag lekker een dagje binnen, mooi moment om even terug te blikken op die legendarische 6-0. De Klassieker, altijd de mooiste wedstrijden", begint hij.
De man met het gouden haar
"Die 6-0 tegen Feyenoord was een bijzondere wedstrijd", vertelt Krol. "De Meer was te klein, dus speelden we in het Olympisch Stadion. 55.000 man op de tribune en een geweldige sfeer. Dat maakte die wedstrijden extra speciaal. De Klassieker in het Olympisch Stadion, in het donker; mooier wordt het niet."
"Ruud was ongrijpbaar. Alles lukte", zegt Krol. "We noemden hem niet voor niets 'The man with the golden hair'. Dat blonde haar, die sprongkracht, dat gevoel voor timing; hij was een complete spits. Zijn zweefkopbal was ongelofelijk, hij leek even in de lucht te blijven hangen", doelt Krol op de prachtige 3-0 van de Ajax-spits. "Hij scoorde met links, rechts en met het hoofd. Een complete spits. Eigenlijk had hij er zes moeten maken, maar zijn zesde werd vlak voor tijd onterecht afgekeurd voor buitenspel."
In zijn hoofd speelt Krol het doelpunt nogmaals af en vertelt. "Ik speelde de bal in op Hulshoff, Barry naar René Notten, Notten op Mühren, die in topvorm was en toen kwam die zweefkopbal. Ze wilden Ruud nog een schop geven, maar hij zweefde gewoon over alles heen. De keeper was kansloos."
Dankzij het Noord-Hollands Archief ontvingen we enkele mooie foto's.
Krol had voorafgaand aan het duel met de Rotterdammers nog een onderonsje met Willem van Hanegem, de grote man bij Feyenoord op dat moment. "We hadden een goede band, ook vanuit het Nederlands elftal. Maar zodra de wedstrijd begon, waren we geen vrienden meer. Voor de aftrap zei ik hem nog gedag, daarna was het klaar. Niet meer kletsen, maar in de duels kletsen. Ik was libero, mijn vaste positie, en kwam Van Hanegem regelmatig tegen. We trokken onze poot niet terug. Na afloop was het weer goed. Willem en ik gaven elkaar een hand, met respect. Op het veld vijanden, daarbuiten vrienden."
"Ik was natuurlijk ook een van de laatste der Mohikanen van het grote Ajax dus ik moest veel coachen en praten in het veld. 'Pietje', 'Sjakie', 'Johan' ze waren allemaal weg. Maar we hadden nog genoeg kwaliteit met Mühren en Hulshoff en Suurbier. Met Wim (Suurbier, red.) kon ik goed opschieten", gaat Krol verder.
"Amsterdamse humor, dat was het. Soms hard, soms scherp, maar altijd lachen. In de kleedkamer was het vooral Amsterdamse humor. Hard lachen, grappen, nooit zeuren. Voor spelers van buiten de stad was dat niet altijd makkelijk te begrijpen. Wij hadden aan één blik genoeg", zegt Krol over Suurbier die tijdens Ajax - Feyenoord zijn 500e duel speelde voor de Amsterdammers.
Leermeester Michels
Op het moment dat Michels het stokje overnam van Kraay kreeg Krol weer te maken met zijn leermeester. "Michels had de basis gelegd en met hem kon ik goed opschieten. Hij was streng, soms keihard, maar altijd rechtvaardig. Hij kon iets zeggen waardoor je even door de grond wilde zakken, maar achteraf bleek dat precies wat je nodig had om beter te worden. Toen ik zeventien/achttien jaar was, was hij al mijn trainer, dus we konden lezen en schrijven met elkaar. Hij was de grondlegger van het grote Ajax en heeft veel betekend voor de carrières van de spelers die in dat Ajax speelden. Het was bijzonder dat Michels dat seizoen weer terugkeerde."
Tot slot gaan de gedachten van Krol nog eens terug naar vijftig jaar geleden. "Als ik nu terugdenk aan die dag, aan die 6-0, komen de mooie herinneringen weer naar boven. De Klassieker, 55.000 man, volle bak in het Olympisch Stadion. Dat soort wedstrijden, die vergeet je nooit meer."
'Unieke wedstrijd'
Een andere basisspeler van toen was Van Dord, toen 22 jaar. 'Wat weet ik nog van dat duel?’, vraagt Van Dord zich hardop af. "Het was een avondwedstrijd en dan zat het met de sfeer altijd goed. En ja, met die 6-0 hebben we het Olympisch Stadion aardig op de kop gezet. Dat zijn van die unieke wedstrijden die je weleens speelt."
"Op zo'n avond zat alles mee", vertelt Van Dord rustig door. "Zij gaven meer ruimte weg na de 2-0 en verdedigend gaven wij juist weinig weg. Toen ging het snel. Ik denk als we nog tien minuten hadden gespeeld, de score misschien nog wel veel hoger was uitgevallen", lacht hij.
Na afloop zaten de Ajacieden dan ook tevreden in de kleedkamer. "Er was bij ons na afloop een enorme euforie. We gingen die wedstrijd in om te winnen, maar een 6-0-zege op Feyenoord hadden we niet verwacht. We keken elkaar aan: zo dat was een lekkere avond."
De vijf goals van superspits Geels blijven Van Dord bij. "Een speler die in een topper vijf goals maakt, dat is bijzonder en uniek." De Ajacied blijft lovend over zijn voormalig teamgenoot. "Ik kan me nog die geweldige kopbal van hem herinneren. Hij kon goed koppen, goed springen en had een goede timing. En de legendarische woorden Van Hanegem blijven mooi: 'Ik dacht dat Ruud uit de lichtmast kwam gevallen.' Zo hoog sprong hij."
Tijdens een item van een aantal jaar geleden blikten we met Geels terug op het duel en zijn doelpunt.
"Hij scoorde overal, waar hij ook speelde", kijkt Van Dord terug. "Zijn schot was zuiver en alle ballen waren op goal. En koppen, Ruud kon een bal echt sturen met het voorhoofd. Hangend in de lucht en tegendraads koppen, dat had hij. En misschien wel het belangrijkste; hij had altijd een drang om te scoren, ook een vierde en een vijfde tegen Feyenoord. Ik kan me wel wedstrijden herinneren die wij wonnen, maar waarin hij niet scoorde. Dan was hij niet blij, want scoren was voor hem ultiem geluk. Nou, scoren lukte wel op die 1 november", lacht Van Dord. "Het was een geweldige spits."
Naast Geels bevond Van Dord zich in een team met uitstekende spelers. Van Dord stond linksback en vormde de achterhoede met Suurbier, Johnny Dusbaba en Krol. "Mühren stond voor mij en ook Hulshoff stond toen op het middenveld. Ik weet dat Barry toen veel kwakkelde met zijn knie. In een later stadium bleek dat hij zijn voorste kruisband had gescheurd. Maar er zijn er spijtig genoeg niet zo heel veel meer van dat team waar ik mee kan spreken over het duel."
"Het was geweldig om in die tijd voor Ajax te mogen spelen. Dat was niet voor iedereen weggelegd. Voor mij, al als vanaf klein jongetje spelend in de Ajax-pupillen, was dat heel mooi", sluit Van Dord af.
De Amsterdammers eindigden het seizoen uiteindelijk op plek drie, op respectievelijk drie en twee punten van PSV en Feyenoord. In de kwartfinale van de KNVB Beker was PEC Zwolle met 3-0 te sterk en in de derde ronde van de UEFA Cup won Levski Spartak (nu Levski Sofia) na strafschoppen van de Amsterdammers.
Geels scoorde veel, heel veel en eindigde dat seizoen op 46 treffers in 45 duels in alle competities. Hij was samen met Krol (43 duels) en Van Dord (42 duels) een vaste waarde dat seizoen binnen de lijnen.



